Aangezien er in een aantal woningen problemen zijn (geweest) met de verwarming volgt hier een korte beschrijving hoe de installatie bedoeld is om te gebruiken:
In de keuken zit de kamerthermostaat, hiermee regel je de warmtevraag vanaf de CV ketel. Als hier de temperatuur van de keuken onder de ingestelde temperatuur van de thermostaat komt, gaat de CV ketel branden. Alle radiatoren die open staan of ingesteld zijn met de thermostaatknop worden dan warm. Op de radiator in de keuken en in de hal zit een normale radiatorkraan en deze moeten altijd open staan. Sluit je de radiatorkraan van deze radiatoren, dan kan de CV ketel de warmte niet verspreiden naar alle radiatoren (dus ook in de kamer) en blijven ze koud.
Omdat de radiatorkranen op de radiatoren in de kamers voorzien zijn van een thermostaatknop sluiten ze vanzelf als de ingestelde temperatuur behaald is. Met de kamerthermostaat in de keuken bepaal je de basistemperatuur (18 graden en dan stapjes omhoog) en met de thermostaatknop in je kamer kun je dit naar wens “finetunen”.
De CV ketel blijft warmte afgeven totdat de temperatuur in de keuken de ingestelde temperatuur op de kamerthermostaat heeft bereikt. Als de temperatuur weer zakt dan slaat de CV ketel aan en houdt hij de woning op de gevraagde temperatuur.
Laat dus altijd de radiatorkranen van de keuken en hal verwarming open staan, regel de warmtevraag met de keukenthermostaat en “finetune” dit met de thermostaatknop in de kamer!
Zet de kamerthermostaat bij afwezigheid niet hoger dan 18 graden, en de thermostaatknop van de radiator in de kamers op de temperatuur welke bij thuiskomst gewenst is. Bij thuiskomst van de eerste persoon kan dan de thermostaat in de keuken omhoog gezet worden. Hierdoor zal in de keuken de temperatuur niet te hoog worden en de temperatuur in de kamers bij thuiskomst op de gewenste temperatuur komen. Zo ontstaat er een prettiger leefklimaat in alle vertrekken, omdat er minder grotere temperatuurverschillen zijn.